27. De normen zijn de maatstaven waaraan het auditonderwerp geëvalueerd wordt. Voor elke audit moeten er normen bestaan die geschikt zijn voor de auditomstandigheden. Om de geschiktheid van normen te bepalen, moet de auditeur nagaan of ze relevant en begrijpelijk zijn voor de doelgroep, en of ze allesomvattend, betrouwbaar en objectief (neutraal, algemeen aanvaard en vergelijkbaar met normen uit vergelijkbare audits) zijn. De keuze van de normen kan afhangen van veel verschillende factoren, o.a. de auditdoelstellingen en het audittype. Normen kunnen specifiek of algemener zijn en kunnen gebaseerd zijn op verscheidene bronnen, zoals wetten, regelgeving, standaarden, gezonde principes en beste praktijken. De normen moeten bekend gemaakt worden aan de doelgroep, zodat die in staat is te begrijpen hoe het auditonderwerp beoordeeld of gemeten is.


INTOSAI ref. Fundamentele Principes voor Overheidsaudit(pdf) (ISSAI-100).
#tagcoding hashtag: #issai127

Zie de engelse versie voor informatie over het hergebruik van begrippen uit dit artikel.






en
fr
nl